Slechts bij één programma, Hartland Europa, was een tolk aanwezig. De Poolse schrijver Mariusz Szczygieł, zijn Oekraïense collega Andriy Lyubka en de Vlaamse moderator Eric Metz hadden het gesprek best in het Pools kunnen voeren, maar dan had het grootste deel van het publiek het niet begrepen. Dus stelde Metz in het Nederlands vragen en werden de Poolse antwoorden van de gasten vertaald. De twee schrijvers spraken over hun gedeelde liefde voor Tsjechië en de Tsjechische literatuur, lazen voor uit eigen werk en reflecteerden op het begrip Centraal-Europa, dat misschien niet op de kaart van het weerbericht staat, maar wel degelijk bestaat – al was het maar in de literatuur. In de woorden van Szczygieł: 'Centraal-Europa heeft geen geschiedenis, maar wel veel anekdotes.'
De Russischtalige Oekraïense schrijver Andrey Kurkov presenteerde op zaterdag de Nederlandse vertaling van Dagboek Majdan. Zijn verslag van de Majdanrevolutie in Kiev is doorspekt met mijmeringen van vader van jonge kinderen, die op een steenworp afstand van zijn voordeur de geschiedenis voorbij ziet trekken. 'Papa,' vraagt zijn zoontje hem op een dag, 'wie was beter: Stalin of Lenin?' Waarop Kurkov antwoordt: 'Lenin, want die ging eerder dood.' Uitgever Arie van der Ent kondigde aan dat Kurkovs boek het eerste is in een nieuwe serie genaamd de Oekraïense Bibliotheek.
Na de boekpresentatie schoof Kurkov met vier andere schrijvers aan bij Roots!, om te vertellen over de doorslaggevende boeken die ze lazen toen ze jong waren. Kurkov viel zowel qua leeftijd als geslacht op tussen zijn collega's: de Oekraïens-Nederlandse Lisa Weeda, Bulgaars-Nederlandse Daria Bukvić, de Afrikaans-Vlaamse Neske Beks en de Brits-Pakistaans-Nederlandse Naema Tahir. De schrijvers hielden ieder een verhaal, begeleid door foto's, o.a. over de vragen die Puk van de Petteflet oproept, de macht van taal, liefde die allen met eten uitgedrukt kan worden, ouders die alleen de Humo lezen (enkel vanwege de tv-bijlage), en paddenstoelen zoeken tijdens de blokkade van Leningrad. In het gesprek achteraf was een terugkerend onderwerp de frustratie en inspiratie die de schrijvers halen uit hun positie tussen twee culturen – niet verwonderlijk met zo veel meerduidige achtergronden. Het programma duurde twee uur, maar er werd geen woord te veel gezegd.
Iets korter duurde Elephant in the Room – wegens eerdere uitloop niet meer dan 50 minuten. Dat was veel te kort voor de drie gasten en vooral voor Oksana Zabuzhko, de Oekraïense schrijfster die erg veel te zeggen had over de 'olifant in de kamer' – Rusland. Het westen laat zich bedriegen door de grote oosterbuur, meende ze, en Oekraïne is daar het slachtoffer van. Schrijver Auke Hulst en vooral professor Slavistiek Ellen Rutten sloegen een mildere toon aan, maar waren verbaal niet opgewassen tegen de weerbarstige Zabusko, ondanks de pogingen van de moderator om het gesprek soepel te laten verlopen. Echt interessant werd het toen Zabuzhko inging op de vraag of er een conflict is tussen de autonome expressie van een auteur en zijn/haar plicht om maatschappelijk geëngageerd te zijn. Niet-geëngageerde literatuur is geen literatuur maar plat vermaak, stelde de schrijfster, en bovendien levensgevaarlijk. Helaas was de tijd toen al om en moest de discussie naast het podium worden voortgezet.
Helaas heb ik dit jaar maar vier programma's bij kunnen wonen, maar dat leverde genoeg pittige oneliners, poëtische beelden, stof tot nadenken en nieuwe boeken op mijn 'nog niet gelezen'-lijstje op om het tot de volgende editie van Read My World uit te houden.
Tobias Wals
Studeerde Russisch in Amsterdam en Leuven, en Oekraïens in Kiev.